Louise, ik schat haar rond de vijftig, heeft een gezicht dat een heel verhaal vertelt, al heb ik nog geen idee welk. Als ze spreekt beweegt haar staartje parmantig mee. We ontmoeten elkaar bij een evenement. Zes jaar geleden heeft ze haar geliefde verloren. Nu voedt ze haar drie pubers – zo goed en kwaad als het gaat – alleen op. Ondanks de liefde voor haar kinderen kost het haar duidelijk veel energie.
Nee zeggen
Juist in haar rol als moeder, waar dagelijks zoveel uitdagingen langskomen, vindt zij nee zeggen moeilijk. ‘Eigenlijk kan ik best goed nee zeggen, iets te goed zelfs volgens sommigen, maar bij mijn kinderen voel ik mij dan schuldig. Al weet ik dat dit niet werkt.’ Plotseling verandert haar blik en lijkt ze net een klein meisje. Wat denkt ze?
Haar lach klinkt schamper en kort. Als ik haar vragend aankijk, vertelt Louise dat ze regelmatig te horen krijgt dat ze een kort lontje heeft en dat er veel woede in haar zit.
Ik kijk haar aan en zeg: ‘Je bedoelt dat je veel vuur in je hebt? Woede is in mijn opinie een teveel aan ongebruikte kracht. Als mensen jouw vuur – jouw energie – als woede benoemen, over wie zegt dat dan iets?’ Mijn opmerking moet even bij haar landen.
Wie ben ik nu?
Dan herneemt ze zich: “Fijn dat jij daar niet van schrikt. Weet je, eigenlijk weet ik niet eens meer wie ik ben. Op mijn zestiende startte mijn relatie met Wilco. We zijn samen volwassen geworden en vergroeid geraakt. We zijn altijd samen door allerlei gebeurtenissen heen gegaan. Na zijn overlijden ben ik op dezelfde voet doorgegaan, zoals we altijd deden. Ik moest wel en dat was ook beter voor de kinderen, we hadden tenslotte al genoeg aan ons hoofd. We missen Wilco allemaal, ieder op eigen wijze en soms botst dat. Eigenlijk weet ik gewoon niet meer wat echt bij mij hoort.”
Passie
Er valt een stilte. Ze kijkt mij recht aan en haar ogen staan opengesperd. Ik kan het niet laten om haar zachtjes nog één vraag te stellen: ‘Waar werd jij als kind, als klein meisje, blij van?’ Louise verstilt opnieuw en haar ogen lijken naar binnen gericht. “Poeh, dat is lang geleden …” In zichzelf verzonken zie ik van alles bij haar gebeuren. Dan breekt haar gezicht langzaam open, wordt zachter en haar lach openbaart zich als de zon die opkomt. Tegelijkertijd worden haar ogen vochtig en zoekt ze gehaast naar een zakdoek.
Het officiële gedeelte gaat van start en worden we geacht stil te zijn. Wat haar passie is heb ik niet meer kunnen horen en dat doet er ook niet toe. Voor ze vertrekt krijg ik nog een kneepje van Louise in mijn arm. ‘Bedankt nog’, fluistert ze me toe. Hopelijk gaat ze op onderzoek en vindt ze zichzelf opnieuw uit. Ik gun haar vrede met haar verleden, omarming van het heden en een mooie toekomst. Dag prachtige, krachtige vrouw!
0 Reacties